Inhoudsopgave
Inleiding.
Concept, de verschillende fasen
Didactische benadering
Bijlage A: Referentiekader Tweede Wereldoorlog, zie https://www.tweedewereldoorlog.nl/over-deze-portal/
Inleiding
Het Middelbaar Beroepsonderwijs in Nederland heeft als opdracht een drievoudige kwalificatie van studenten, gericht op doorstroom, op het beroep en op burgerschap. Voor dit laatste kent het MBO sinds september 2017 een landelijke burgerschapsagenda, samengesteld door het Ministerie van OCW en de MBO-Raad, met als doel jongeren zo goed mogelijk toe te rusten voor de toekomst. Door middel van het bevorderen van burgerschapsvaardigheden wordt een bijdrage geleverd aan het voorbereiden van deze jongeren op een leven in een snel veranderende maatschappij waar burgers om moeten kunnen gaan met de turbulente veranderingen en met soms tegenstrijdige waarheden. Kritisch denken over zowel de samenleving als geheel als het individu, moet worden gestimuleerd. Vrede, vrijheid, democratische waarden en omgaan met diversiteit blijven altijd bijzondere aandacht vragen.
Het project Terug naar Westerbork (TnW) wil daar een positieve bijdrage aan leveren door jongeren kennis te laten maken met gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog en met keuzes en dilemma’s die daaruit voortvloeiden voor zowel het handelen als burger als voor het omgaan met keuzes en dilemma’s in het beroep. Dezelfde soort keuzes en dilemma’s zijn ook nu nog van belang, zowel in het leven van alledag als, meer specifiek, bij de beroepsuitoefening. Denk aan thema’s als democratie, macht, discriminatie, pesten, gebruik van geweld, beroepsethiek, keuzevrijheid, verdeling van welvaart, weerbaarheid etc. Dat is, gelukkig, meestal niet zo ingrijpend als in de Tweede Wereldoorlog het geval was. Maar het bepaalt wel de manier waarop we met elkaar omgaan, hoe onze samenleving er uitziet, en hoe landen en bevolkingsgroepen zich ten opzichte van elkaar gedragen.
Daarvoor
reikt de educatieve werkgroep van het project leermateriaal en casussen aan
voor gebruik in de burgerschapslessen. Vertrekpunt is vooral de Tweede
Wereldoorlog[1],
maar we willen met name een brug slaan vanuit het verleden naar het heden en de
toekomst, ons richten op het belang van vrede en vrijheid en het besef dat die
niet vanzelfsprekend zijn. Je moet er wat voor doen. Kennis en betrokkenheid
zijn daarbij de eerste stappen.
[1] Over de Tweede Wereldoorlog bestaat al enorm veel uitstekend leermateriaal. De werkgroep heeft niet het doel nieuw materiaal te produceren, maar wil vanuit een vast concept bestaand en relevant materiaal opnieuw ordenen.
Concept
Het ‘Referentiekader Tweede Wereldoorlog’ (zie bijlage A), zoals uitgegeven door het Platform WO II (www.tweedewereldoorlog.nl) is het uitgangspunt van het Educatieplan van de Stichting Terug naar Westerbork. In het concept van de Stichting t.b.v. het MBO worden drie fasen onderscheiden: een verkennende fase met een situatie of gebeurtenis gerelateerd aan WO2 (instapsituatie), een informatieve fase, waarin o.a. aandacht wordt besteed aan de bestaande herinneringscultuur (o.a. Herinneringscentra of in de eigen omgeving/belevingswereld) en een producerende fase, waarin de mogelijkheid bestaat toegevoegde waarde aan die herinneringscultuur te geven, door eventueel noodzakelijke aanpassing of aanvulling (bijv. door het adopteren van een monument). Deze drie fasen vormen de basis voor de keuze van het materiaal, waarbij echter wel rekening is gehouden met de didactiek die past bij de burgerschapslessen in het MBO. Daarbij wordt uitgegaan van instapsituaties die dicht bij de jongeren liggen. Hetzij door herkenning in persoonlijke verhalen, hetzij door herkenning in situaties of door verhalen die verbonden zijn met de beroepspraktijk.
Aan de hand van deze materialen kan de burgerschapsdocent zijn eigen lessen ontwerpen, deze koppelen aan de eigen omgeving en zich van daaruit met de studenten richten op de herinneringscultuur.
De werkgroep heeft natuurlijk niet de pretentie alle mogelijkheden aan de orde te kunnen stellen. Wij hebben een overzicht van een aantal individuele en sectorverhalen gemaakt waarbij wordt verwezen naar de bron. Uiteraard zijn er vele aanvullingen mogelijk. Voorstellen daartoe zijn meer dan welkom en worden graag, uiteraard met bronvermelding, opgenomen en op onze website (www.terugnaarwesterbork.eu) weergegeven. Op die manier zou een uitgebreid en door en voor velen te gebruiken overzicht kunnen ontstaan.
Er is gebruik gemaakt van een groot aantal vrij toegankelijke bronnen. Mocht het zo zijn dat wij naar de opvattingen van de lezer daarbij geen goede bronvermelding hebben gehanteerd of anderszins tekort zijn geschoten, dan verzoeken wij u per mail via onze website contact op te nemen met het secretariaat van de Stichting Terug naar Westerbork.
De praktijk leert dat het verzorgen van onderwijs op thema’s van WO2, in het bijzonder de holocaust, veel vraagt van docenten, zoals het omgaan met opgeroepen emoties en het voeren van moeilijke gesprekken. (Zie ook Burgerschapsagenda mbo 2017-2021, paragraaf 4-5 pagina 16)
De
Anne Frank Stichting verzorgt scholingen op dit gebied. Zie bijvoorbeeld https://www.annefrank.org/nl/educatie/product/54/training-reageren-op-vooroordelen-en-discriminatie/
Didactische benadering.
Aan de hand van de didactische driehoek wordt een beperkte analyse gegeven m.b.t. het burgerschapsonderwijs in het MBO. De bedoeling daarvan is op het spoor te komen van de plaats, de kenmerken en de verschijningsvorm van lesmateriaal, dat binnen dat onderwijs ingezet kan worden in het door ons gekozen concept.
De didactische driehoek
De leeromgeving van MBO-ers is, evenals de toekomstige werkomgeving, zeer divers. ROC’s bieden talloze opleidingen in de sectoren techniek, zorg, welzijn en economie (89% van het totaal). AOC’s bieden opleidingen in de sectoren voeding, natuur en milieu (5,2%) en vakinstellingen bieden opleidingen voor een beroepenveld (bijv. de bouw) (5,8%).
Dat betekent dat zowel de beginsituatie als de belevingswereld van de individuele studenten van zeer uiteenlopende aard zijn. Het is echter wel van belang dat het lesmateriaal authentiek is en dat de studenten zich daarin kunnen herkennen.
Het door ons gekozen lesmateriaal speelt daarop in door onderwerpen en leeractiviteiten aan te reiken die optimaal aansluiten bij de belevingswereld van de student en die te integreren zijn met of te koppelen aan de beroepspraktijk en aan ervaringen uit het eigen leven. (Zie ook Burgerschapsagenda mbo 2017-2021, paragraaf 4-5 pagina 16)
Bij sommige mbo-opleidingen is de connectie naar de thema’s waar TnW aandacht voor vraagt en leermateriaal voor aanreikt, zeer voor de hand liggend. Bij een substantieel aantal andere ligt de connectie naar de interessegebieden van de studenten echter kritischer.
Uitgangspunt is dat het leermateriaal het leggen van die connectie ondersteunt. Bijvoorbeeld door casussen aan te reiken die het vakgebied raken. Denk aan zoiets als ‘Bouwen voor de Duitse bezetter’ of het ‘Verdienmodel van de NS tijdens de transporten van mensen naar kampen’. Van dit soort casussen kan gebruik worden gemaakt bij het ontwikkelen van kritische denkvaardigheden en kennis van mensenrechten. (Zie ook Burgerschapsagenda mbo 2017-2021, hoofdstuk 1 pagina 7).
Uit bovenstaande analyse kunnen conclusies worden getrokken voor de eisen waar de geselecteerde leermiddelen aan moeten voldoen. Om inhoudelijk en didactisch de hele populatie aan docenten en studenten te kunnen bedienen in al zijn diversiteit en in het kader van burgerschapsonderwijs, worden er hoge eisen aan gesteld. Gelukkig is er echter al veel geschikt materiaal beschikbaar.
TnW reikt bronnen, thema’s en casussen aan voor docent(enteams), die voor de lessen burgerschap ingezet kunnen worden.
De bronnen en thema’s variëren van generiek, via betrokkenheid op de opleidingssectoren tot beroepsspecifieke voorbeelden. Ze haken aan bij de thema’s van TnW t.w.: vrede, vrijheid, veiligheid en verbinding. De leermiddelen passen ook bij de educatieve uitgangspunten van TnW, t.w.
- Vrede en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend
- Vrede en vrijheid kosten inspanning
Deze bronnen en thema’s zijn ondergebracht in een format dat is gebaseerd
op de hier beschreven fase-indeling van het door TnW gekozen concept. Het
materiaal is flexibel,
dynamisch en geschikt voor langere tijd, vanwege de mogelijke doorontwikkeling
door docenten, en door studenten Lero en
Ulo Geschiedenis/Maatschappijleer. Lesontwerp in een studieopdracht of een
(Lio-)stage is dan mogelijk.
BIJLAGE A
Referentiekader Tweede Wereldoorlog
De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog kenmerkt zich door gebeurtenissen en ontwikkelingen die zo ingrijpend waren dat de herinnering aan deze oorlog nog altijd een rol speelt in onze hedendaagse samenleving en dikwijls dient als referentiepunt bij actuele maatschappelijke vraagstukken van uiteenlopende aard. De diversiteit aan interpretaties rondom dergelijke actuele kwesties weerspiegelt in zekere zin de verschillende perspectieven van waaruit de oorlog kan worden bezien. Deze dynamiek en verscheidenheid zijn inherent aan het belang dat heden ten dage gehecht wordt aan de oorlog.
Een aantal van de kenmerkende elementen van de Tweede Wereldoorlog worden hier gepresenteerd vanuit de overweging dat deze een plaats verdienen in een zorgvuldige weergave van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Deze kenmerken legitimeren de specifieke aandacht voor de Tweede Wereldoorlog. Bij het heroverwegen en/of verfijnen van historische representaties over deze periode verdient het aanbeveling deze aspecten daar waar mogelijk te betrekken om te komen tot een evenwichtig en kritisch geschiedverhaal.
1. Botsingen van ideologieën
In het begin van de twintigste eeuw concurreren drie grote ideologieën met elkaar om invloed: liberalisme, communisme/socialisme en fascisme/nazisme. De communistische en fascistische (totalitaire) ideologieën zijn in een aantal landen/regio’s een directe bedreiging voor de vaak nog relatief jonge democratieën. Ook het sterk opkomende nationalisme in veel landen is een grote politieke en sociale (uitsluitende) factor. De ideologieën hebben een allesbepalende invloed op hoe samenlevingen worden ingericht en daarmee een direct effect op de leefwijze van burgers. De ideologieën zijn grensoverschrijdend. Sommige leiders van machtsblokken bakenen invloedssferen af, sluiten allianties of gaan juist met elkaar in conflict. Dit heeft directe invloed op de aanloop, het verloop en de nasleep van de Tweede Wereldoorlog.
2. Wereldwijde schaal van het conflict
Bijna alle naties in de wereld raken direct of indirect betrokken bij het conflict dat dwars door de grenzen van naties en volkeren heen loopt. Door de politieke en militaire handelingen van de machtsblokken en de relaties die landen met hun koloniën verspreid over de wereld hebben is het vrijwel onmogelijk om buiten de strijd te blijven.
3. Alomvattend karakter conflict
Het conflict grijpt in op alle facetten van het dagelijks leven: zowel nationaal als internationaal, zowel individueel als collectief, zowel militair als burgerlijk. Maar ook politiek en economisch. Landen worden bezet en nieuwe machtsstructuren opgetuigd. Economieën komen vrijwel volledig in dienst van de oorlogsindustrie. Het is een totale oorlog. Burgers lijden onder geweld, honger en onderdrukking. Het conflict is alomvattend voor burgers: de oorlog en bezetting speelt zich af om de hoek of in dezelfde straat. Vrijwel elk individu, maar ook overheid en allerlei organisaties staan op enig niveau voor de keuze: accommodatie, collaboratie of verzet?
4. Systematische uitsluiting, terreur en genocide
De Tweede Wereldoorlog kenmerkt zich in verhouding tot andere conflicten in de 20e eeuw door op ideologie en racisme gebaseerde terreur en vervolging van burgers (non-combattanten) en door de systematische, grootschalige en op industriële wijze uitgevoerde moord op Joden (de Shoah of holocaust), Sinti, Roma en andersdenkenden. Ook worden burgers om strategische overwegingen verplaatst, gedwongen tewerkgesteld, uitgehongerd, en vermoord.
5. Ondermijning rechtsstaat en bezetting
Voor het eerst sinds de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden ondergaat Nederland met de Duitse bezetting een vreemde overheersing van het eigen grondgebied en de buitenwerkingstelling van de rechtsstaat. Dit leidt tot het verdwijnen van democratische instituties en de bescherming die dit burgers geeft. Met schijnrecht, rechteloosheid en willekeur als gevolg. Nederlands Indië, dat een lange geschiedenis van Nederlands koloniaal gezag kent, krijgt te maken met een Japanse bezetting.
6. Herschikking wereldkaart en dekolonisatie
De wens tot onafhankelijkheid van koloniën wordt door de oorlog versneld en leidt tot dekolonisatie-oorlogen en de vorming van nieuwe soevereine naties. Om het koloniaal gezag in Indonesië na het eind van de Tweede Wereldoorlog te herstellen, streden Nederlandse soldaten in 1945-1949 tegen de nieuwe Indonesische Republiek. Massaal, excessief en grensoverschrijdend geweld werd onderdeel van de strijdwijze van de strijdende partijen; ook Nederlandse troepen schonden structureel het oorlogsrecht. Door afspraken tussen overwinnende landen ontstaan na de Tweede Wereldoorlog nieuwe landen, machtsblokken en politieke invloedssferen en politieke herschikkingen. Deze ontwikkelingen droegen bij aan wereldwijde migratiestromen die nationaal en internationaal effect hebben. Als uitvloeisel van de Tweede Wereldoorlog heeft het systeem van nationale staten aan invloed ingeboet, en plaats gemaakt voor een structuur van internationale coalities, afspraken en samenwerking.
7. Internationale samenwerking
Om te voorkomen dat de wereld wederom in een grootschalig conflict stort, bijvoorbeeld door de oplopende spanning tussen het democratische en het communistische machtsblok, worden direct na de oorlog nieuwe vormen van internationale samenwerking in het leven geroepen. Bijvoorbeeld de Verenigde Naties, NAVO en de Europese Unie. Ook worden belangrijke verdragen overeengekomen zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de mens en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Als tegenhanger van de NAVO wordt het Warschaupact geformeerd, een verband van communistische landen. Samenwerking tegen de achtergrond van de Koude Oorlog en tegen de achtergrond van wereldwijde dekolonisatie blijkt vaak moeizaam.
8. Herinneringscultuur
De Tweede Wereldoorlog had ingrijpende gevolgen voor individuen en de
Nederlandse samenleving in zijn geheel; gevolgen die tot op de dag van vandaag
een rol spelen. In families van getroffenen werken de psychosociale gevolgen
van de oorlog vaak generaties lang door en worden verhalen en herinneringen –
en soms ook onverwerkt leed – doorgegeven aan nieuwe generaties. Vanuit de wens
herhaling te voorkomen, en/of door de grote impact van het onderwerp, ontstaat
een zeer invloedrijke en dynamische herinneringscultuur die doorwerkt op
allerlei aspecten in onze samenleving; cultureel, psychologisch, politiek,
ideologisch en wetenschappelijk. In een dynamische herinneringscultuur is het
gepresenteerde beeld van de oorlog voortdurend aan verandering onderhevig. Dit
uit zich bijvoorbeeld in literatuur, films en theater maar ook in musea en de
wijze waarop op talloze plekken wordt herdacht. Ook worden gebeurtenissen uit
de Tweede Wereldoorlog in het publieke discours vaak gebruikt als moreel
referentiekader.